Interesse?

Voor het Europese ‘EAFO’ (European Alternative Fuels Observatory)-onderzoek - waarvan Touring de Belgische partner is -, bevroeg de VUB een ruim aantal Belgische bestuurders van elektrische auto’s over hun ervaringen met elektrisch rijden. Uit de studie blijkt dat bijna 83% van de bestuurders het rijbereik ‘altijd’ of ‘meestal’ bevredigend vindt en dat veelal thuis of op kantoor wordt opgeladen. Al wordt ook meer dan gedacht gebruikgemaakt van publieke snelladers. Een van de grote bezwaren die leeft als het gaat over elektrische auto’s is het rijbereik. Er wordt dan geklaagd over een te beperkt rijbereik met een volle accu en de onmogelijkheid om zonder bijladen op de bestemming te raken. Die kritiek is dan wel vaak te horen, maar lijkt niet bepaald van EV-rijders zelf te komen. Dat blijkt althans uit de nieuwe EAFO-studie, die voor ons land 96 EV-rijders bevroeg met betrekking tot hun ervaringen. Van de ondervraagde bestuurders van elektrische auto’s heeft 41,38 % een EV met een theoretisch (WLTP-)rijbereik van 401 tot 500 kilometer en rijdt 29,89 % met een exemplaar met een aangekondigde range van 301 tot 400 kilometer.

Op de vraag of hun auto’s het aangekondigde rijbereik ook in de praktijk halen is het antwoord in 29,89 % van de gevallen ‘ja’. Anderzijds geven zowat 7 op 10 gebruikers dus aan dat dat niet het geval is. 22,99 % ziet een (negatieve) afwijking van tot 10 %. Volgens 32,18 % ligt de reële autonomie tussen de 10 en 20 % lager dan aangekondigd en 13,79 % zegt dat er meer dan 20 % verschil is tussen belofte en realiteit.

Dat er een afwijking is, leidt dus geen twijfel. Maar vormt dat ook een probleem voor de bestuurders? Het antwoord is overwegend ‘neen’. Op de vraag of het praktische rijbereik van hun elektrische auto volstaat in de praktijk, klinkt het bij 32,18 % dat dat ‘altijd’ het geval is. 50,57 % zegt dat dat ‘gewoonlijk’ volstaat. Uit die cijfers kunnen we dus afleiden dat 82,75 % van alle ondervraagde EV-rijders tevreden is over het rijbereik. Een minderheid van 2,30 % zegt dat het rijbereik systematisch ontoereikend is, 3,45 % vindt het ‘gewoonlijk ontoereikend’ en een restgroep van 11,49 % heeft nu eens genoeg, dan weer te weinig rijbereik.

EAFO onderzocht ook waar de elektrische auto opgeladen wordt. In ons land gaat het zoals verwacht over een mix van thuisladen (33,33 % doet dat meermaals per week), laden op het werk (21,88 % doet dat meermaals per week) en publiek AC-laden (15,62 % doet dat meermaals per week). Enigszins verrassend toch blijkt dat 13,54 % van de ondervraagden ook meermaals per week aan publieke snelladers langs de snelweg of bij tankstations gaat laden met gelijkstroom en dat 27,08 % dat een aantal keer per maand doet. Dat resultaat wijkt toch wel enigszins af van de heersende overtuiging dat het aantal keren dat gebruik wordt gemaakt van snelladers relatief beperkt is, omwille van onder meer de hogere kostprijs. Mogelijk wordt toch vaker dan gedacht van dergelijke DC-laders gebruikgemaakt door EV-bestuurders die thuis of op het werk niet over een laadmogelijkheid beschikken.

Bij publiek laden blijkt maar liefst 50 % van de ondervraagden het ‘erg belangrijk’ te vinden (en nog eens 37,5 % ‘nogal belangrijk’) dat het publieke laadpunt over een vaste laadkabel beschikt, zodat de bestuurder niet zelf een eigen kabel uit de koffer of frunk moet halen. Dat comfortaspect is iets om rekening mee te houden en naarmate de laadpoorten in onze regio geüniformiseerd worden (Type 2 voor AC-laden) is het dus een troef voor laadpaaluitbaters om een vaste kabel aan hun laadpunt te voorzien. Vanzelfsprekend wordt ook de laadsnelheid van publieke laadpunten als een ‘erg belangrijk’ criterium gezien door 34,38% van de respondenten en vindt 40,62% dat ‘redelijk belangrijk’.

Een van de redenen die vaak wordt aangehaald om toch maar geen elektrische auto te willen zijn de vakantietrajecten, waarbij 68,57 % van de in totaal 1.536 deelnemers aan de enquête denken dat ze te vaak zullen moeten stoppen om bij te laden en 60 % vreest te veel tijd te verliezen door laadbeurten onderweg. 45,7 % denkt ook dat er te weinig laadplekken zijn langs de route en 41,43 % ziet de extra planning die de laadbeurten vereisen niet zitten.

Die vaststellingen leven dan wel bij (een deel van) het ondervraagde publiek, waarvan het overgrote merendeel nog geen elektrische auto heeft. Maar leeft dat ook bij wie al met een EV-rijdt? Uit het EAFO-onderzoek blijkt dat 55,21 % van de ondervraagde EV-rijders reeds meerdere malen met de elektrische auto op vakantie trok en 16,67 % dat al één keer deed. Daarbij vond 36,23 % de laadervaring in het buitenland ‘erg makkelijk’ en zei 34,78% dat het ‘gemakkelijk’ was. Een geruststelling toch, voor wie ongerust is over laden in het buitenland.

Gevraagd naar de voor- en nadelen van EV’s is het voor 44,53 % van alle 1.536 in de EAFO-studie ondervraagde bestuurders (dus ook die van auto’s met verbrandingsmotoren) duidelijk dat elektrische auto’s een voordeel hebben op het vlak van de klimaatopwarming. 34,64 % vindt ze ook milieuvriendelijker, door het ontbreken van vervuilende uitlaatemissies. 29,30 % vindt het rijden met EV’s aangenaam omwille van de stilte, het rijcomfort en de prestaties en 26,17% ziet een besparing in het gebruik van een EV ten opzichte van een benzine- of dieselauto.

Bij de nadelen geeft maar liefst 73,63 % van de respondenten aan dat EV’s te duur zijn. 29,30 % acht ook het aantal publieke laadpunten te laag en 28,78% stelt als nadeel dat er bij hem of haar thuis niet kan opgeladen worden. Het rijbereik blijft voor 23,83% een nadeel en het aantal publieke snelladers wordt door 17,77 % als ontoereikend ervaren.

EV-rijders kiezen opnieuw elektrisch 

Een interessante vaststelling uit het onderzoek is ook dat wie vandaag al met een elektrische auto rijdt in een overweldigende 83,15 % van de gevallen opnieuw voor een elektrische auto zou kiezen als volgende auto. Bij de ondervraagden die vandaag niet met een elektrische auto rijden is niet meer dan 11,58 % overtuigd dat hun volgende auto een elektrisch exemplaar zal worden. 29,52 % zou (opnieuw) voor een benzine kiezen, niet meer dan 8,48 % van wie vandaag een auto met een verbrandingsmotor heeft zou nog voor een nieuwe diesel opteren. 

Prijs en subsidies bepalende factor 

Wie vandaag nog geen batterij-elektrische auto heeft maar voor zijn volgende auto wel voor zo’n exemplaar zou kiezen doet dat omdat hij of zij in 54,78% van de gevallen verwacht dat de auto tegen dan ‘betaalbaar’ wordt. Bij de extra vraag wat hem of haar zou overtuigen om voor een EV te gaan antwoordt 37,74 % ‘een voldoende hoge aankoopsubsidie voor een EV’. Het kostenaspect blijkt dus erg belangrijk te zijn en de bestuurders verwachten incentives. Niet alleen in de vorm van aankoopsubsidies trouwens, want 30,31 % vindt de vrijstelling van BIV en verkeersbelasting een ander belangrijk aspect om overtuigd te worden door een EV.