Een vraag? Een suggestie?

Interesse?

Wenst u toegang tot de praktijkinformatie, het nieuws, nieuwsbrieven en tijdschriften, rechtspraak en wetgeving van Assuropolis? Of wilt u de adressendatabank van de verzekeringssector kunnen doorzoeken? 
Kies de module(s) of het pakket op maat van uw kantoor en bestel vandaag nog.



Bijkomend aanvullend pensioen voor werknemers

Nieuws - 18/03/2019
-
Auteur(s) 
Erik Roelants


Vanaf 27 maart 2019 kunnen werknemers een vrij aanvullend pensioen voor werknemers (VAPW) aangaan. Een werknemer kan zo op eigen initiatief een bijkomend aanvullend pensioen samenstellen. De werkgever houdt de gekozen bijdrage in op het nettoloon van de werknemer en stort dit door aan de pensioeninstelling waarbij de werknemer een VAPW-polis heeft afgesloten.

Ter herinnering, de bijdrage mag niet hoger zijn dan 3% van het referentieloon (bezoldiging van de werknemer van twee jaar terug). Het plafond voor lage bezoldigingen bedraagt 1.600 euro. Dit plafond wordt jaarlijks geïndexeerd en moet niet geprorateerd worden voor deeltijdse werknemers. Als de werknemer van een groepsverzekering geniet, moet deze daarvan worden afgetrokken. De werknemer kan de invulling van de polis kiezen binnen de mogelijkheden die de door hem gekozen verzekeringsmaatschappij aanbiedt. Hij kan er bijvoorbeeld voor kiezen om volledig of deels te beleggen in fondsen (taks 23) en er een overlijdensdekking aan te koppelen. Binnen de VAPW kan echter geen arbeidsongeschiktheidsdekking voorzien worden.

De VAPW-premie geeft een fiscaal voordeel van 30% in de personenbelasting. Op de gestorte premie wordt een taks geheven van 4,4%. Het kapitaal dat wordt opgebouwd in het kader van een VAPW wordt automatisch uitgekeerd op het moment dat de werknemer zijn wettelijk pensioen opneemt. Het kapitaal zal onderworpen zijn aan een RIZIV-bijdrage van 3,55%, een solidariteitsbijdragen van 0,2% en een bedrijfsvoorheffing van 10%, plus gemeentebelasting.

De werknemer kan ook op eigen initiatief een aanvullend pensioen opbouwen via pensioensparen en langetermijnsparen. De onderstaande tabel maakt een vergelijking tussen het fiscaal voordeel en de eindtaxatie per pensioenproduct. Op fiscaal vlak blijkt dat het pensioensparen en langetermijnsparen een betere keuze is.

 
Pensioensparen
Langetermijnsparen
VAPW
Maximumpremie
980 euro (1.260 euro)
2.350 euro
3 % van de referentiebezoldiging of 1.600 euro
Fiscaal voordeel
30% (25%)
30%
30%
Premietaks
0%
2%
4,4%
Eindtaxatie
Op 60 jaar
8 %
Op 60 jaar
10 %
Op de pensioenleeftijd
RIZIV-bijdrage van 3,55%
Solidariteitsbijdrage van 0,2%
Bedrijfsvoorheffing van 10% + gemeentebelasting
 

De administratieve verwerking van de VAPW gebeurt door de werkgever. Omdat de VAPW niet valt on de WAP, is het gegarandeerd rendement voorzien in de groepsverzekeringen niet van toepassing. De werkgever moet dus niet het rendement aanvullen tot 1,75%, zoals in de groepsverzekeringen.

Voor een jaarlijkse premie van 100 euro houdt de werknemer op de einddatum 78,37 euro over, tegenover een belastingvoordeel van 30 euro.

VAPW-premie
100 euro
Premietaks
4,4%
- 4,21 euro
Instapkosten
3%
- 2,87 euro
Netto spaarbedrag
 
92,91 euro
RIZIV-contract
3,55%
- 3,29 euro
Solidariteitsbijdrage
2%
- 1,86 euro
Personenbelasting
10%
- 8,78 euro
Gemeentebelasting
7%
- 0,61 euro

Nettobedrag op de pensioenleeftijd

78,37 euro