De FSMA publiceerde het tweejaarlijks verslag over het aanvullend pensioen voor werknemers voor de periode 2018 en 2019. Het verslag bevat informatie over de sectorale pensioenstelsels en – voor het eerst – informatie over de bedrijfspensioenstelsels en het Vrij Aanvullend Pensioen voor Werknemers (VAPW).
Op 1 januari 2020 waren er 3.582.476 (unieke) werknemers die een aanvullend pensioen opbouwen. 2.111.934 werknemers doen dat binnen een sectoraal pensioenstelsel, 1.994.196 werknemers zijn aangesloten bij een bedrijfspensioenstelsel en 319 werknemers zijn aangesloten bij een VAPW.
Voor de sectorale pensioenstelsels betekent dit een stijging van 5% ten opzichte van 1 januari 2018, voor de bedrijfspensioenstelsels een stijging van 11%.
De actieve aangeslotenen bij een sectorstelsel en een bedrijfspensioenstelsel vormen respectievelijk 34% en 35% van het aantal actieve werknemers op de arbeidsmarkt. Voor wat het VAPW betreft, is er sprake van een dekkingsgraad van slechts 0,01%.
Enkele andere vaststellingen:
- Het gaat overwegend om mannen, maar jaar na jaar is er sprake van een lichte gelijkmatige toename van het aandeel vrouwen. De verhouding man/vrouw voor de actieve aansluitingen is als volgt: 59%/41% bij sectorstelsels (61%/39% in 2015), 58%/42% bij bedrijfspensioenstelsels (60%/40% in 2015), en 53%/47% bij het VAPW;
- De populatie van de werknemers die actief zijn aangesloten bij een aanvullend pensioenplan bevindt zich binnen alle types pensioenplannen, voornamelijk binnen de leeftijdscategorieën 35-44 en 45-54 jaar;
- Verzekeringsondernemingen beheren ruim 70% van het aantal sectorale pensioenstelsels, 99% van het aantal bedrijfspensioenstelsels en 100% van het aantal VAPW-overeenkomsten. Alle door sectorale inrichters gesloten verzekeringsovereenkomsten behoren tot tak 21, goed voor 5,3 miljard euro aan pensioenverplichtingen. Bij de bedrijfspensioenstelsels beheren verzekeringsondernemingen 39 miljard euro (97%) aan verworven reserves via een tak 21-product. Binnen de VAPW-overeenkomsten wordt 138.618 euro aan verworven reserves beheerd via een verzekeringsproduct dat gebaseerd is op een combinatie van tak 21 en tak 23 (94%).
- De gemiddelde reserve bedraagt 1.640 euro bij de sectorplannen ingevoerd vanaf 2000 of later en 27.237 euro bij bedrijfspensioenstelsels. Binnen VAPW-overeenkomsten hebben de betrokken werknemers gemiddeld 483 euro aan pensioenreserves opgebouwd.
U vindt het “
Tweejaarlijks verslag over het aanvullend pensioen voor werknemers” (mei 2021) terug op de website van de FSMA.
Bron:
FSMA, Persbericht, 3 juni 2021: “Tweejaarlijks verslag over het aanvullend pensioen voor werknemers - mei 2021”.