Interesse?

Zoals elk jaar heeft Europ Assistance in samenwerking met Ipsos een grootschalige enquête uitgevoerd naar de intenties en bezorgdheden van de Belgen en Europeanen voor de komende zomervakantie. De Barometer maakt het ook mogelijk de huidige tendensen te vergelijken met die van vorig jaar, en in sommige opzichten met die van vóór de COVID-19-crisis.

DE VOORNAAMSTE TENDENSEN VAN DE 22ste BELGISCHE VAKANTIEBAROMETER

• Vakantieplannen: 70 % van de Belgen verklaart deze zomer op reis te zullen gaan, hetzij een kleine daling van 1 punt vergeleken met 2022. Ter herinnering, vorig jaar was er een sterke stijging na de COVID-19-crisis. Het huidige cijfer is een van de hoogste percentages van de afgelopen jaren.
• Duur van de reis: Korte vakanties (maximum 1 week) blijven op hetzelfde niveau als in 2022 (39% van de reizigers), terwijl vakanties van 2 weken met 4 punten stijgen (38 %). Vakanties van 3 weken of meer dalen met 4 ptn (23 %).
• Frequentie van reizen: van de 70 % Belgen die deze zomer aangeeft op vakantie te gaan, verklaart 41 % één keer te zullen reizen (+3 ptn) en 29 % meerdere keren (-4 ptn).

Kortom: 70 % van de Belgen verklaart deze zomer (juni tot september) op reis te zullen gaan, waarvan de meerderheid voor 1 of voor 2 weken vertrekt en slechts één keer.

HET ENTHOUSIASME VAN DE BELGISCHE VAKANTIEGANGERS

• Redenen om niet op zomervakantie te gaan: Bij de Belgen die verklaren dat ze deze zomer niet op vakantie gaan (30 %), zijn de belangrijkste redenen die worden vermeld van financiële aard (76 %, 12 punten meer dan in 2022). De COVID-19-pandemie en de impact van de oorlog in Oekraïne lijken (voorlopig) geen doorslaggevende redenen meer te zijn om niet op vakantie te gaan.
• Het enthousiasme van Belgische vakantiegangers om op vakantie te gaan: 75 % van de Belgen verklaart (heel) enthousiast te zijn om deze zomer op vakantie te vertrekken, 4 procentpunten meer dan in 2022. Het Europese gemiddelde ligt op 78 %. Sommige factoren hebben echter een directe impact op dit enthousiasme, zoals de kosten van levensonderhoud/inflatie (86 %), persoonlijke of familiale redenen (77 %) of de klimaatsverandering (70 %). De oorlog in Oekraïne en COVID-19 beïnvloeden het enthousiasme van 61 % van de vakantiegangers.

Kortom: Hoewel de meerderheid van de Belgen (heel) enthousiast is om op vakantie te gaan, spelen financiële factoren een bepalende rol bij de keuze en het type vakantie. Ook de klimaatsverandering (waaronder de droogte en hittegolven van de afgelopen zomers) lijkt een invloed te hebben.

• Vakantiebestemmingen: 77 % van de Belgen verklaart hun zomervakantie in Europa door te brengen, 2 procentpunten minder dan in 2022. Bestemmingen als Azië of het Midden-Oosten stijgen met één punt (10 %). Noord-Amerika trekt 2 % van de reizigers aan (-1 pt). Bij de populairste bestemmingen van de Belgen vinden we steevast Frankrijk (29 %, -1 pt), België (26 %, -1 pt), Spanje (18 %, -4 ptn), Italië (13 %, +2 ptn) en Nederland (8 %, - 1 ptn). Terwijl Franstalige Belgen een voorkeur hebben voor Frankrijk (37 % FR tegen 21 % NL), Spanje (20 % FR tegen 17 % NL) en Italië (15 % FR tegen 11 % NL), hebben Nederlandstaligen een voorkeur voor België (29 % NL vs. 23 % FR), Nederland en Duitsland (12 % NL vs. 4 % FR), en Griekenland (8 % NL vs. 6 % FR).
• Het type vakantiebestemming: De Belgen brengen hun vakantie nog steeds het liefst door aan de kust (56 %, +1 pt). Vakantie op het platteland trekt dit jaar 26 % van de vakantiegangers aan (+4 ptn), evenals rondreizen (22 %, +3 ptn). Het zal niemand meer verrassen dat de Belgen tijdens hun vakantie vooral op zoek zijn naar ontspanning (40 %), een leuke tijd met het gezin (37 %) en de ontdekking van nieuwe culturen (20 %).
• Types accommodatie: Hotelovernachtingen zijn weer net zo populair als vóór de coronacrisis (51 %, +4 ptn), evenals vakantieverblijven in huizen of appartementen (34 %, +5 ptn). 18 % van de vakantiegangers kiest voor een verblijf bij vrienden, familie of in hun tweede verblijf. 48 % van de Belgen kiest het type accommodatie uit gewoonte, 38 % voor de prijs en 29 % voor het comfort. 27 % van de Belgen plant hun vakantie 2 tot 4 maanden voor hun vertrek en 21 % tussen 4 en 6 maanden voor hun vertrek.
• De selectiecriteria voor de keuze van een reisbestemming: Voor de Belgen staat het budget (49 %, +6 ptn) en het klimaat/de weersomstandigheden (43 %, +2 ptn) zoals altijd op de eerste plaats bij de keuze van een vakantiebestemming, gevolgd door de kwaliteit van de toeristische infrastructuur (37 %, -3 ptn). De risico’s op besmetting door COVID-19 daalt naar de 13^de plaats (16 %, -10 ptn). Internettoegang wordt een steeds belangrijker criterium (24 %). Dit jaar speelt ook de economische situatie in het land van herkomst van de vakantieganger een rol bij zijn/haar keuze (12 %).
• Vervoersmiddelen om de vakantiebestemming te bereiken: De persoonlijke auto blijft het populairste vervoersmiddel voor de helft van de Belgen (50 %, +2 ptn). Ter herinnering: in 2021, op het einde van de COVID-19-crisis, werd de auto gekozen door 62 % van de vakantiegangers. Het vliegtuig blijft populair met 37 %, 12 % neemt de trein en 5 % de bus. De meeste vakantiegangers verantwoorden hun keuze voor een bepaald vervoersmiddel met het feit dat het de handigste manier is om hun bestemming te bereiken (64 %), de meest gebruikelijke manier (37 %) of de meest betaalbare (24 %). 47 % is echter nog steeds niet van plan lange reizen met een elektrische auto te maken en 40 % zou dat wel doen als ze er zeker van konden zijn dat ze zich geen zorgen hoeven te maken over het opladen van de batterij.

Kortom: De vakantiebestemmingen blijven grotendeels dezelfde als die van de vorige jaren (de COVID-19-crisis buiten beschouwing gelaten). Spanje lijkt echter iets van zijn aantrekkingskracht te verliezen, waarschijnlijk als gevolg van de hete zomers van de afgelopen jaren. Hotelboekingen en aparte accommodatie (zoals Airbnb) zijn weer populair. De auto is het meest gebruikte vervoersmiddel, maar lange reizen in elektrische auto’s kunnen nog maar weinigen bekoren.

• Het gemiddelde vakantiebudget van de Belgen deze zomer (d.w.z. het gemiddelde voor alle huishoudtypes) daalt met 4,7 % (na een stijging van 15 % vorig jaar) tot €2.182 (vs. €2.289 in 2022). Dit komt neer op €2.218 voor Nederlandstaligen en €2.146 voor Franstaligen. Er zij op gewezen dat de laagste vakantiebudgetten (< €1.000) dit jaar iets talrijker zijn dan in 2022 (24 %, +3 ptn), terwijl de hoogste vakantiebudgetten (> €2.500) dalen (27 %, -3 ptn). Een bijzonder feit: de Belgische huishoudens hebben als enige een gemiddeld vakantiebudget dat daalt in vergelijking met dat van de andere Europese landen. Het budget van de Europese landen die aan de enquête deelnamen, steeg gemiddeld met 6 % (€1.918). Zwitserse huishoudens hebben het hoogste budget (€3.477), gevolgd door Duitsers (€2.363), Oostenrijkers (€2.360) en Britten (€2.194). Huishoudens in andere landen hebben een lager vakantiebudget dan Belgen, waaronder Frankrijk (€1.809), Italië (€1.776) en Spanje (€1.683). Polen sluit de lijst af met een gemiddeld budget van €1.153.
• Het effect van de inflatie op Belgische vakanties: Hoewel de inflatie/kosten van levensonderhoud een effect hebben op het enthousiasme van de Belgen (zie hierboven), heeft deze factor slechts een matige invloed op het reisgedrag van de vakantiegangers. Hooguit beïnvloedt deze factor ongeveer een kwart van de Belgen in hun keuze van het aantal bestemmingen of het type accommodatie (26 %), de afstand van de reis (24 %) of het budget dat aan activiteiten en uitstapjes wordt besteed (21 %).

Kortom: De Belgische huishoudens geven iets minder uit aan hun zomervakantie dan vorig jaar. België is daarmee het enige Europese land in de enquête dat een daling van het budget vertoont. De inflatie draagt hiertoe bij (net als in de andere onderzochte landen), maar desondanks lijkt het effect ervan slechts door ongeveer een kwart van de Belgische vakantiegangers te worden gevoeld.

• Ecologische voetafdruk: 14 % (+1 pt) van de Belgen verklaart dat de ecologische voetafdruk een cruciale rol speelt bij de keuze van hun bestemming en voor 47 % (-5 ptn) speelt het een belangrijke rol. Steeds meer Belgen, vooral jongeren, gedragen zich milieuvriendelijker: bv. keuze van ecologische accommodatie, respect voor natuurlijke hulpbronnen, minder verspillend gedrag ...

Kortom: Ecologie is diep geworteld in de gewoonten van sommige reizigers, die daardoor niet aarzelen om hun gedrag en bepaalde vakantiekeuzes aan te passen om milieubewuster te worden.

• “Workation”: 76 % van de Belgen (actieve bevolking) is niet van plan tijdens hun vakantie te blijven werken (+1 ptn). 24 % werkt dus wel tijdens hun vakantie. Sommigen zullen op hun vakantiebestemming werken alvorens daadwerkelijk van hun vakantie te genieten (36 %), anderen zullen het tegenovergestelde gedrag volgen door na hun vakantieperiode te werken (36 %) en 31 % zal werken terwijl ze van hun vakantie genieten.

Kortom: Werken voor, tijdens of na de vakantie is populair geworden bij vakantiegangers die deel uitmaken van de actieve bevolking. Dit verschijnsel is zeker in de hand gewerkt door de periodes van telewerken die we tijdens de COVID-crisis hebben meegemaakt en lijkt een nieuw gegeven te zijn geworden.

• Verzekering/bijstandsverzekering voor Belgische reizigers: De meerderheid van de Belgen verklaart zich zorgen te maken over gezondheidsproblemen die zich tijdens hun reis zouden kunnen voordoen, zowel voor henzelf (71 %) als voor familieleden die in het thuisland zijn gebleven (53 %). Zo zegt 71 % van de Belgen gedekt te zijn voor medische problemen, 69 % voor hulp na problemen thuis, 66 % voor autopech, 60 % voor een ongeval en 51 % voor hun bagage. Ongeveer de helft van de Belgen sluit een reisannuleringsverzekering af.